![]() |
Impara Lingue Online! |
![]() |
|
![]() |
|
| ||||
Mijn zoon wilde niet met de pop spelen.
| ||||
Mijn dochter wilde niet voetballen.
| ||||
Mijn vrouw wilde niet met mij schaken.
| ||||
Mijn kinderen wilden geen wandeling maken.
| ||||
Zij wilden de kamer niet opruimen.
| ||||
Zij wilden niet naar bed gaan.
| ||||
Hij mocht geen ijs eten.
| ||||
Hij mocht geen chocolade eten.
| ||||
Hij mocht geen snoepje eten.
| ||||
Ik mocht een wens doen.
| ||||
Ik mocht een jurk kopen.
| ||||
Ik mocht een bonbon nemen.
| ||||
Mocht je in het vliegtuig roken?
| ||||
Mocht je in het ziekenhuis bier drinken?
| ||||
Mocht je de hond meenemen in het hotel?
| ||||
In de vakantie mochten de kinderen lang buiten blijven.
| ||||
Zij mochten lang op de binnenplaats spelen.
| ||||
Zij mochten lang opblijven.
| ||||